Bernard – Hoe een boer een nicht werd – Deel 2

Het grote grasveld naast de basisschool was dé plek om lekker van de zon te genieten. Terwijl de jongens aan het voetballen waren, lag ik daar lekker bij de meiden. Wat we deden? Madeliefjes plukken. Als je er dan een heel aantal had kon je met je nagel een spleet in de steeltjes maken en ze als een soort ketting aan elkaar rijgen. Armbanden, hoofdtooien, ja zelfs hele kettingen maakten we ervan. Overwegend witte bloemen, maar soms, een héééle enkele keer, zat er een roze getint bloemetje tussen. Een speling der natuur zou ik maar zeggen.

Langzamerhand leken de meiden er aan te wennen dat ik meer met hen optrok dan met de jongens. Misschien had dat ook wel te maken met het feit dat ik vaak met ze meeging voor verkleedpartijtjes. Van alles kwam er dan voorbij: pruiken, hoeden en, jawel, jurken. Ooit ging ik als roodkapje, waarbij een vriendinnetje zich dan in een maagdelijk witte trouwjurk hees. En daar liepen we dan samen, schrijdend naar het ‘altaar’ van vier coniferen in de voortuin van mijn ouders.

Afijn, na school werden de witte bloemen aan de kant gegooid en hophop daar kwamen weer de blauwe overall en de klompen tevoorschijn. En waar ik tijdens de lunch nog liefkozend met madeliefjes aan het fröbelen was zat ik nu, na schooltijd, met m’n handen als kolenschoppen in de paardenmest om de paardenstal uit te mesten.

Aan het eind van de basisschool nodigde ik, zoals de gewoonte was, de hele klas uit om mijn verjaardag te vieren. We aten cake en deden ballontrappertje, wat erin resulteerde dat ik als een dartelend hartje, geketend aan een roze ballon, in een arena vol dolle stieren rondhuppelde. Aan het eind van de avond keken we een film: Pearl Harbor. Ik besefte het toen nog niet, maar later zou juist deze film me helpen om een stukje van mijn persoonlijke puzzel neer te kunnen leggen.

Na acht mooie jaren ging ik naar de middelbare school. Ondanks mijn streven voor havo eindigde ik op vmbo-tl. Het voelde als falen, ik moest en zou voor mijn ouders bewijzen dat ik het echt wel kon. Alles om mijn ouders trots te laten zijn. In mijn hele schoolcarrière zocht ik naar de goedkeuring van mijn ouders, maar was het enige wat ik terugkreeg: ‘Bernard, een acht is goed, maar het is nog geen tien hè’. Althans, zo is mijn herinnering aan die tijd. Misschien deden ze dat onbewust, maar het bracht mij wel een ontzettende drang om mezelf te bewijzen …

Het voortgezet onderwijs bracht hele interessante dingen met zich mee: nieuwe jongens en nog beter; nieuwe meiden! Op dat moment speelde ik totaal niet met de gedachte dat ik allicht wel eens homo kon zijn. Sterker nog: ik vond meiden zó interessant dat ik in de tweede klas besloot om de stoute schoenen aan te trekken en een liefdesbrief te schrijven naar één van mijn vrouwelijke klasgenoten. Ik had er een hele avond werk van gemaakt om een hele serenade op papier te krijgen die als een sinterklaasgedicht rijmde aan het eind van elke zin. En natuurlijk gevolgd door ‘I Love You’-stickers en de welbekende xxx-jes aan het eind van de brief. Via via had ik een klasgenootje in vertrouwen genomen: niemand mocht immers weten dat de brief door mij geschreven was. En daar was dan hét moment. Tussen de leswisseling gaf de klasgenoot zo onopvallend mogelijk het briefje door. Er ontstond reuring in de klas! Esther had een brief gekregen en iedereen was razend benieuwd wat er zoal in stond. Maar ik? Ik kon wel door de grond zakken … Wat had ik gedaan? Waar kwam al die mannelijkheid in mij vandaan om ooit het lef te hebben gehad zo’n brief te versturen? En toen kwam het aller- aller- allerergste: De leraar kreeg lucht van de situatie. Hij stond erop dat Esther de brief aan hem gaf, waarna hij voor in de klas, hardop, de eerste zinnen van de brief begon voor te lezen. Al gauw werd bekend dat ik de brief had geschreven. Enkele dagen later kreeg ik een berichtje van Esther terug. Ironisch gezien via een briefje: “Sorry dat ik met Gerben heb, sorry, sorry!” Wat voelde ik me dom en ongelukkig! En wat had ik me weer in een benarde, eenzame positie gebracht in de klas.

De weken erna zonderde ik me af en verzonk ik langzaam in een eenzame zoektocht naar mezelf. Ik dacht, na zoveel opgetrokken te hebben met meiden, wel te begrijpen dat ze zulke acties juist zouden waarderen van jongens. Maar na deze actie had ik het idee dat ik steeds minder ging begrijpen van meiden. Meer en meer werden ze voor mij een ongrijpbaar iets, zo leek het wel. Maar ik ging ook steeds minder begrijpen van mezelf. Ik voelde me anders dan anderen en vond geen echte aansluiting bij de andere jongens. Niemand leek me te begrijpen. Wie was ik eigenlijk en waar stond ik in dit leven?


In deze blogserie neemt Bernard Moorlag (26 jr) je mee in zijn levensverhaal. Hoe hij tot de ontdekking kwam dat hij homo was, wat dit voor hemzelf betekende en, misschien meer nog, wat dit voor zijn geloof betekende.
Rode draad hierin is: ‘Hoe een boer een nicht werd’.

‘Ik schrijf deze blogs om zo mijn levensverhaal te delen met iedereen die worstelt met zijn/haar geaardheid en/of coming out. Mocht je aan de hand van één van mijn blogs willen doorpraten, of wil je gewoon iets kwijt? Neem dan gerust contact met mij op via bernard@verscheurd.nl’

Groeten en wie weet tot spreeks, Bernard