Beste jij-in-de-kast

Beste jij-in-de-kast,

Ik ben helemaal gay-okay, al zeg ik het zelf. Ik schrik niet als je zou vertellen dat je homo of lesbisch bent, en heb er oog voor dat het moeilijk en eenzaam kan zijn zolang je in de kast zit, en ook daarna. Maar dat kun je niet aan mijn buitenkant zien. Jij twijfelt of weet voor jezelf al een tijdje dat je l, h, b, t, of in ieder geval niet ‘gewoon hetero’ bent. En dat kan ik niet aan jouw neus zien. En zolang je nog in de kast zit, vertel je het me ook niet.

Het is best waarschijnlijk dat er in mijn omgeving meerdere mensen ‘in de kast’ zitten. En ik weet niet wie het zijn. Als ik er aan denk dat zij zich niet durven uit te spreken naar mij over hun geaardheid, voelt dat zo frustrerend. En verdrietig. Tegen mij kun je dat gewoon zeggen hoor. Ik ben al jaren geleden gewend aan woorden als gay, homo en lesbi. Voor mij is de variatie in seksualiteit net zo gewoon als de variatie in haarkleur en karakter. Ik voel daar geen taboe of verlegenheid bij. We zijn allemaal anders, in een bepaald opzicht. Dat is eigenlijk heel normaal. Maar jij voelt dat niet zo.

Ik weet dat de kast een eenzame plek is. En dat je je wellicht schaamt voor wie je bent. Of bang bent voor afwijzing. Dat zou ik zo graag wegnemen. En met je in gesprek gaan over geloofsvragen. Zodat je het niet allemaal zelf uit hoeft te zoeken. En zodat ik je kan bemoedigen dat God je niet los laat.

Soms heb ik een vermoeden dat iemand misschien in de kast zit. Ik zou dan zo graag het gesprek hierover willen beginnen, maar ik durf niet. Ik weet het immers niet zeker, en, nog belangrijker, ik weet niet hoe het voor jou zou zijn als ik er over zou beginnen. Dus zwijg ik. En jij zwijgt. En het enige wat ik kan doen is bidden. Ik bid dat God een opening geeft, een bruggetje bouwt, zodat ik er over kan beginnen. En ik bid voor jou. Dat God je helpt en bijstaat, daar in die kast. Ook al weet ik niet zeker, of het zo is.

– Joëlle Bakhuis, Teamlid Verscheurd